top of page
Foto van schrijverTessa van Rossen

Onze eigen boot


Zojuist sprak ik met een bijzondere vrouw, Tanja. Ze heeft een heel ander beroep maar ze werkt ook met mensen en dus beschouw ik haar als een collega. We spraken over vertwijfeling. Is een behandeling altijd zinvol en zo ja op welke manier? Tanja vroeg zich af: haal ik mensen niet juist van hun pad?


Ik gaf aan dat ik geloof in een levensplan en dat mensen bij ons komen als het de bedoeling is. We kunnen ze als een richtingaanwijzer informatie geven, ondersteuning bieden of door inzicht te geven, door een bepaalde periode heen helpen. Vanwege het levensplan geschiedt dat alles op het juiste moment en de juiste plaats. Een deel van ons werk is ook steeds zaadjes planten (inzichten geven) en vervolgens loslaten van andermans proces. De twijfel die we soms ervaren zie ik als iets goeds. Door twijfel evalueer je je eigen handelen en bekijk je wat beter kan. Zo blijf je scherp! Door erover te praten en de twijfel te benoemen wordt deze erkend en kan hij weg ebben!


We hebben allemaal recht op onze pijn(lijke) ervaringen omdat we hierdoor groeien. En als het de bedoeling is de pijn op te lossen, doen wij mensen dat zelf òf met behulp van kennis en kunde van anderen. Ook dat is dan de bedoeling. Waarbij geldt: ‘gelijkgestemde energie trekt elkaar aan’. Je kunt als hulpverlener iets betekenen voor de mensen die bij je passen. Je lost dan ook niet iets op vóór de mensen echter zij lossen zèlf hun issues op met behulp van hetgeen je kan en mag doen.


Het bijzondere hiervan zie ik al jaren in mijn praktijk. Er komen letterlijk mensen op mijn pad die zich prettig voelen bij mij en ik bij hen. Deze mensen kan ik inzichten geven of verder helpen. De mensen die niet bij mijn passen vinden vaak ‘per toeval’ een collega en voelen zich daar thuis. Het wordt mooi geregeld op die manier! Wanneer het de bedoeling is dat ik iemand helpen mag, komen ze dus op mijn pad! Mensen vragen mij soms omdat ik een spirituele inslag heb wat ik vind van reguliere medische therapievormen. Ik geloof dat reguliere medicijnen en alternatieve geneeswijzen complementair aan elkaar zijn. Ze kunnen elkaar aanvullen.


Ik geloof oprecht dat het lichaam ijzersterk is en zèlf de beste dokter is voor bijna iedere ziekte.

Wanneer energie, bloed, botten of weefsel echter worden belemmerd om te stromen, gestopt worden in hun natuurlijke staat van zijn, dan ontstaat ziekte. Belangrijk is dan op zoek te gaan naar de oorzaak. Dit kan zijn een fysieke oorzaak, zoals een obstructie, een wervel die verschoven is, een zenuwirritatie etc. Maar ook kan het een mentale oorzaak zijn (vastzittende overtuigingen, overlevingsmechanismen) of een emotionele oorzaak (trauma’s en kwetsingen, onverwerkte emoties etc.) waar je naar op zoek moet gaan. De omgeving waarin iemand zich bevind kan ook oorzakelijk zijn evenals het levensplan van die persoon.


Ziek zijn is dus niet eenvoudig.


Vaak zie je dat iemands natuurlijke weerstand tegen ziekte is verzwakt door een van bovengenoemde oorzaken. Behulpzaam zijn dan medici die een handje kunnen helpen. Echter medicijnen zijn in mijn ogen niet de enige route. Wanneer een ziekte nog niet verwoestend is in een lichaam kan het lichaam zichzelf nog genezen. Soms is daar hulp voor nodig. Hulp door rust te nemen, gezonde voeding te eten en een gezonde omgeving te creëren, of extra hulp door het inhuren van een osteopaat, chiropractor, manueel therapeut, psycholoog, alternatief genezer, paranormaal therapeut of een andere hulpverlener die op een van de energielagen kan werken waar de oorzaak zich bevind.


Soms kunnen deze bovengenoemde hulpverleners alleen aanvullend en ondersteunend werken en is grof geschut nodig. Grof geschut in de vorm van medicatie. Of bijvoorbeeld chemotherapie of antibiotica.


Chemotherapie is een zeer destructieve therapievorm. Deze ervaar ik als een (laatste) redmiddel. Een energie die meer kapot maakt dan alleen de ziekte waar het voor wordt gebruikt. Toch kan een dergelijke therapie (mijn collega noemde het ‘een enorme hamer om een mug mee dood te slaan waarbij je al het andere ook kapot slaat’) wel nodig zijn wanneer andere vormen niet helpen of de persoon de juiste vorm nog niet gevonden heeft. Chemotherapie kan iets keren in het lichaam voordat het te laat is. Kanker kan zodanig progressief zijn dat het met behulp van andere geneeswijzen niet snel genoeg kan worden aangepakt. En soms is er geen genezing mogelijk. Ziekte kan een onderdeel van het levensplan zijn en sterven (aan een ziekte) kan daarbij horen in het proces. Wanneer geen behandelingen aanslaan wil het niet zeggen dat er iets faalt. Ziekte kan een proces zijn, een ervaring om te leren. Het kan de bedoeling zijn te genezen en er zijn veel methodes die naar genezing leiden, echter het kan ook de bedoeling zijn om te sterven en dan lijken vele methodes niet te werken. Het ervaren van de ziekte en het sterven daaraan kan dan onderdeel zijn van het levenspad van de ziel.


Ik ben dus voorstander van het genezen van het lichaam door de natuurlijke interne genezer (de weerstand) te ondersteunen een gezonde staat van zijn te creëren in en om het lichaam. Fysieke, mentale, emotionele en energetische zelfzorg zijn hierin belangrijke onderdelen.


Wanneer dit niet voldoende is geloof ik dat medisch ingrijpen niet slecht is, maar ook behulpzaam kan zijn. Wanneer een ziekte zodanig bedreigend is dat ingrijpen erger voorkomt lijkt me dit zelfs noodzakelijk.


Kortom spiritueel of niet naast alternatief, is medische ondersteuning wat mij betreft meer dan prima.


Het doet me denken aan een verhaaltje wat ik afgelopen week vertelde aan Mariska, een van mijn cliënten die overwoog een medisch ingrijpen te ondergaan. Zij werkte met een ayurvedisch arts aan haar gezondheid, helaas nog met onvoldoende resultaat. Ik adviseerde de medische behandeling die zij in het ziekenhuis aangeboden had gekregen toch aan te nemen en de ayurvedische behandeling ter ondersteuning te blijven ondergaan. Zij was geen voorstander van medisch ingrijpen want ze wilde dat haar lichaam het zelf op zou lossen. Wat ik goed begreep. Echter het volgende verhaaltje kwam in mij op:


Er was eens een man in een bootje op zee. Het bootje begon vol te lopen en het zag er naar uit dat hij zou kunnen gaan verdrinken. Hij begon te bidden en riep naar de hemel: ‘god help me, ik wil niet dood!’ Er kwam een boot voorbij en de mensen op de boot zeiden: ‘klim op ons bootje, de jouwe zinkt!’


De man zei: ‘nee dat hoeft niet, god zal me redden!’


Een uur later was zijn bootje al aardig volgelopen en weer riep hij tot god: ‘god help me! Ik heb niet veel tijd meer!’ Een korte tijd later kwam er een cruiseschip voorbij. De mensen hoog boven hem riepen: ‘klim aan boord!’


De man zei: ‘nee dank je! Het komt goed! God zal me redden!’ Het cruiseschip voer verder en de man schepte wild het water uit zijn bootje.


Een vissersschip voer voorbij en vroeg hem of ze konden helpen. De man hijgde uitgeput terwijl hij als een bezetene zijn bootje probeerde leeg te scheppen; ‘nee dank u het gaat wel, god zal me redden’


Twee uur later zonk het bootje en de man verdronk. Eenmaal bij de hemelpoort aangekomen zag de man god en vroeg hem: ‘waarom heeft u me niet gered?!’


God zei: Ik heb je boot na boot gezonden! Jij klom er niet op!!


Dit verhaal vertelde ik Mariska om aan te geven dat de hulp die we aangeboden krijgen soms anders is dan de hulp die we zoeken. Echter het kan de hulp zijn die we nodig hebben, ook al komt het niet zoals we het wensen!

Comentários


|

bottom of page